Het is de schuld van het kapitaal.
Bijna zestig jaar geleden zong Leen Jongewaard het al en nog steeds is het een waarheid als een koe. Want waar met betrekking tot de toenemende polarisatie, het sterk opkomend populisme, de tweedeling in de maatschappij en de bedreigingen via sociale media gesproken wordt over hoe dat toch allemaal komt, wordt maar zelden de echte oorzaak van al die problemen geanalyseerd en herkend. En die ligt toch echt in de wereld van het geld. Of liever gezegd, in de verandering van een samenleving waar vele jaren geleden al het samenwerken werd ingeruild voor het systeem van concurrentie. De laatste twintig jaar enorm versterkt door de neoliberale regeringen die we hebben gehad. Want wat waren de gevolgen daarvan?
Allereerst werd een ‘we zorgen voor elkaar” gemeenschap, waarin zelfs mensen die zelf nauwelijks genoeg hadden nog bereid waren hun armoe te delen met anderen, heel snel getransformeerd naar een gemeenschap van “kom vooral op voor jezelf”. Want je bent winnaar of verliezer in een maatschappij van concurrentie en belangenstrijd. Vooral veel geld verdienen werd het ultieme doel en wie dat lukte werd vooral belastingtechnisch in de watten gelegd. Wat leidde tot onvoorstelbare en absurde ontwikkelingen als het als mens in één dag vijftien miljard euro rijker kunnen worden, omdat de verkiezingen in Amerika door Trump gewonnen werden. Vanwege het systeem van al die beleggers, die contant bezig zijn zichzelf ook te verrijken, zonder oog voor de gevolgen van klimaat of sociale ontwikkelingen. Puur uit om winst en eigenbelang.
Als tweede punt gold, dat als dat “winnen” je om wat voor reden dan ook niet lukte je de verliezer werd, maar dat lag dan vooral aan jezelf. Met als gevolg dat veel mensen dan maar afhaakten, het vertrouwen in overheid en/of zichzelf verloren. Met een tweedeling die de kloof verdiepte tussen winnaars en verliezers. In een gemeenschap die niet meer bijsprong, maar je verweet dat je had gefaald. De winnaars kregen een heldenstatus.
Onze media doen dapper mee aan het uitvergroten van hun status en wat je zou kunnen noemen de “mannetjesmakerij”. Ook hier duiken overal vooral “de winnaars” op. Maar ook in het stadsbeeld laten de ego’s van het eigen gelijk zich steeds manifester gelden.
Nog veel erger was de ontwikkeling, dat er een soort gevoel van vijandschap ontstond. Want de concurrent probeert je constant af te troeven en is dus je vijand. Want hij wint of ik in de strijd die we voeren. En dan verlies je het respect voor die medemens als mens. Ligt verkettering op sociale media op de loer.
Ook in ons politieke systeem werd dat steeds duidelijker. Het ging steeds minder om de inhoud van een programma, maar meer om de personen die als winnaar of verliezer in beeld waren. En de drang om te winnen bepaalde de keuze, in plaats van gewenst beleid. En als die “winnaars” dan ook nog eens groepen als moslims of vluchtelingen als vijand gaan bestempelen, omdat ze concurreren met “eigen” burgers om woningen of middelendan groeit de polarisatie en het populisme. Zoeken mensen niet het contact en de samenwerking, maar wordt die vijand kop van jut. Dus meppen maar. Dan lossen we jouw probleem op. Maar zolang concurrentie en vijanddenken regeren in plaats van samenwerking zoeken met respect voor elkaar wordt het alleen maar steeds erger.
En wanneer worden we ons bewust van onze insteek in deze “strijd” en zoeken we weer de gemeenschap van opkomen voor elkaar en eerlijk delen. Al past dat voor geen meter in de ontwikkelingen van dit moment en wordt het eigenlijk alleen steeds maar erger.
Al zingen we allemaal nog zo vaak het ouwe liedje: het is de schuld van het kapitaal, als je de wereld wil verbeteren, begint dat bij jezelf. Ook al ben je dan wellicht verliezer.